Opname accommodatie

Opname accommodatie

KC22-044 24 oktober 2022

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klaagster]
Klachtnummer : KC22-044
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangstklacht : 13 oktober 2022
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Hoorzitting : 20 oktober 2022
Datum uitspraak : 25 oktober 2022

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[XX] (klaagster)

[XX] (PVP)

 

[XX] (verweerder)

 

[XX] (voorzitter klachtencommissie)

[XX] (psychiater)  `

[XX] (jurist)

 

[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

 

Juridische status

Zorgmachtiging

 

 

Klacht

Klacht tegen opname in de accommodatie.

 

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 13 oktober 2022 een klacht ontvangen inzake opname in een kliniek als onderdeel van de verplichte zorg. Naast het klachtenformulier heeft klaagster een klaagschrift en een briefwisseling met de zorginstelling ingediend betreffende een verzoek om ontslag.

Op 14 oktober 2022 zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor de hoorzitting. Diezelfde dag is het verweer per mail naar betrokkenen gezonden. Op 17 Oktober 2022 zijn het verweerschrift en de medische verklaring t.b.v. de voorbereiding van de zorgmachtiging nagezonden aan partijen.     

De hoorzitting heeft plaatsgevonden op 20 oktober 2022 middels videoconferentie. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de commissie betrokkenen uiterlijk op 27 oktober 2022 schriftelijk zal informeren over haar uitspraak.     

 

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Klachtenformulier en klaagschrift d.d. 13 oktober 2022;

-           Verweerschrift ;

 

En tevens de volgende stukken uit het dossier van klaagster

-           Behandelplan d.d. 16-6-2022;

-           Medische verklaring d.d. 29-6-2022;

-           Zorgplan d.d. 5-7-2022;

-           Informatiebrief voorbereiding zorgmachtiging d.d. 7-7-2022;

-           Bevindingen geneesheer-directeur d.d. 7-7-2022;

-           Beslissing tijdelijke verplichte zorg d.d. 19-7-2022;

-           Beschikking rechtbank zorgmachtiging d.d. 21-7-2022;

-           Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 5-8-2022;

-           Brief verzoek ontslag kliniek d.d. 8-9-2022

-           Afwijzing GD op verzoek tot ontslag d.d. 13-9-2022;

-           Informatiebrief zorgmachtiging d.d. 10-8-2022;

-           Decursus periode 7-7-2022 t/m 9-9-2022;

-           Rapportage verpleegkundigen periode 1-7-2022 t/m 7-10-2022.

 

 

Beslistermijn klacht

Het klaagschrift bevat een klacht tegen verplichte opname als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klacht heeft betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 27 oktober 2022.

 

Feiten

Klaagster is een [leeftijd]-jarige vrouw bekend met een bipolaire I stoornis, manisch psychotisch gedecompenseerd. Op 16 juni 2022 is zij met een crisismachtiging opgenomen bij de HIC, waarna op 20 juni 2022 een verlengde crisismachtiging is afgegeven. Bij beschikking van de rechtbank op 21 juli 2022 is een zorgmachtiging afgegeven voor de duur van 6 maanden met expiratiedatum 20 januari 2023 afgegeven. Op 12 oktober 2022 is klaagster niet teruggekeerd van verlof. Op zondagavond 16 oktober heeft zij zelf weer contact opgenomen en is zij teruggekeerd naar de kliniek. Daarbij was ze onder invloed van alcohol en verdovende middelen. Aan klaagster wordt momenteel depotmedicatie Cisordinol in combinatie met Akineton toegediend. 

 

Standpunt van klaagster

Klaagster is het niet eens met de verplichte opname in de kliniek en wil naar huis met ondersteuning van het FACT-team. Klaagster wil thuis voor haar kinderen zorgen. Ze geeft aan dat ze geen psychische problemen heeft. Ze was afgelopen woensdag weggelopen, omdat ze het niet meer volhield in de kliniek. Het voelt als een gevangenis vertelt zij ter zitting. Ze geeft aan dat dat geen goede zet was omdat ze geen medicatie had en net bezig was met het opbouwen van vrijheden. Daarom heeft zij weer contact opgenomen met de kliniek. Klaagster wil echter alleen Akineton innemen en geen depot zoals ze dat nu heeft gekregen. Ze ervaart veel bijwerkingen van de medicatie en wordt ’s morgens misselijk wakker. Ze vertelt veel talenten te bezitten en wil die graag kunnen inzetten. Zo is ze o.a. bezig met een zangcarrière.

Klaagster is erg tevreden over de ambulante begeleiding door het FACT-team. Zij heeft een goede verstandhouding met de medewerkers en laat ze altijd binnen.

De kinderen van klaagster verblijven momenteel bij haar ex-man. Zij is het hier niet mee eens en wil snel weer de zorg voor de kinderen op zich nemen. Er volgt binnenkort een rechtszaak over het ouderlijk gezag.

 

Ter zitting, naar aanleiding van vragen van de commissie, geeft klaagster aan bereid te zijn om Lithium in te nemen, als dit voorwaarde zou zijn voor ontslag.

 

Standpunt van verweerder

Verweerder beaamt dat klaagster vorige week enkele dagen ongeoorloofd afwezig is geweest. Op zondagavond nam zij zelf telefonisch contact op met de afdeling. Klaagster keerde terug onder invloed van alcohol en cocaïne. Vandaag wordt opnieuw gestart met begeleide vrijheden.

Om klaagster met ontslag te kunnen laten gaan moet zij zelfstandig kunnen functioneren in de thuissituatie. Dat betekent dat zij voldoende ADL-vaardigheden moet hebben, in de zin dat zij voor zichzelf en haar kinderen moet kunnen zorgen en dat er adequaat contact met hen mogelijk is.

Met betrekking tot de medicatie vertelt verweerder dat klaagster momenteel een depot Cisordinol toegediend krijgt, samen met Akineton. Maar de beter passende medicatie vanuit de bipolaire stoornis is Lithium, maar klaagster weigert dit. Ze geeft weliswaar met regelmaat aan Lithium te accepteren, maar in de praktijk weigert ze dit. Verweerder geeft aan dat Lithium voldoende effect zou geven om de stoornis onder controle te krijgen zodat gestopt kan worden met het depot. Dan kan klaagster ook eerder thuis wonen met de begeleiding van het FACT-team. Verweerder geeft aan daartoe vanmiddag na de zitting weer geprobeerd wordt om klaagster naar huis te laten gaan in het kader van de uitbreiding van vrijheden.

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klacht is gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg zoals bedoeld in artikel 8.9 Wvggz is de klacht ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

 

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften zoals vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Wat betreft de formele aspecten van de verplichte zorg stelt de commissie vast dat deze voldoen aan de wettelijke vereisten die hiervoor zijn gesteld.

 

Verplichte zorg is een ultimum remedium. Als verplichte zorg noodzakelijk is, moet gekozen worden voor de minst ingrijpende vorm en zo kort mogelijk. Verplichte zorg moet voldoen aan de uitgangspunten van subsidiariteit, proportionaliteit, doelmatigheid en zorgvuldigheid.

 

Op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting staat het voor de klachtencommissie voldoende vast dat er bij klaagster sprake is van een geestelijke stoornis in de zin van de Wvggz. Deze stoornis leidt tot een aanzienlijk risico op onder meer ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang van klaagster en/of haar omgeving, waardoor verplichte zorg voor klaagster noodzakelijk is.

In de beschikking zorgmachtiging is als onderdeel van de verplichte zorg de opname in een accommodatie toegestaan. Bij de beslissing tot verplichte zorg als bedoeld in artikel 8.9 Wvggz heeft verweerder onder meer de opname in de accommodatie aangezegd, zolang als noodzakelijk en gedurende de duur van de zorgmachtiging. Het is de klachtencommissie voldoende gebleken dat verweerder steeds zo spoedig als mogelijk aan klaagster de vrijheden en verlof heeft toegestaan. Dit heeft echter ook bij de laatste poging tot verruiming van de vrijheden niet geleid tot de door klaagster gewenste ambulante zorg thuis met ondersteuning door het FACT-team. Klaagster heeft ter zitting erkend dat ze nog niet zonder medicatie haar leven opnieuw kan oppakken.

Al met al is de klachtencommissie van oordeel dat verweerder voldoende heeft onderbouwd dat eerst passende medicatie noodzakelijk is, waarna kan worden overgegaan tot het ontslag uit de accommodatie. Nu verweerder ter zitting heeft aangegeven dat klaagster diezelfde middag weer op verlof mag, ziet de commissie aanleiding om deze klacht ongegrond te verklaren.

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht ongegrond.

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten te 25 oktober 2022

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[XX]

Waarnemend voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 4